Welkom in het nieuwe clubhuis

Online kwam onlangs een mooie ‘post’ voorbij. Iemand deelde een artikel uit de Volkskrant van november 1998 (!) waarin de toenmalige Interpolis-topman Piet van Schijndel aan het woord kwam over werken en de werkomgeving. De kop boven het artikel: "Het kantoor wordt gildehuis door thuiswerk".

Interpolis was in die tijd voorloper op het gebied van anders denken over werken en de werkomgeving. Toen al was de directie ervan overtuigd je medewerkers op basis van eigen verantwoordelijkheid meer mogelijkheden te bieden om geregeld thuis te werken. Het kantoor werd een clubhuis, vooral bedoeld om samenwerking en ontmoeting te faciliteren.

Inmiddels zijn we 22 jaar verder. De coronacrisis heeft in korte tijd de wereld compleet op zijn kop gezet. Veel organisaties waar thuiswerken eigenlijk ‘not done’ was, hebben ervaren dat het gewoon werkt. Plots verschijnen tal van artikelen in de media met een ‘nieuwe’ kijk op werken en de werkomgeving, met als conclusie: het kantoor zoals het was gaat verdwijnen en wordt veel meer een ontmoetingsplaats, geconcentreerd werken doe je gewoon thuis. Precies dat wat Piet van Schijndel zei in 1998!

Onder druk wordt alles vloeibaar. De coronacrisis heeft bij organisaties een denkproces op gang gebracht over de manier van werken en de functie van het kantoor. Gaan kantoren dan compleet verdwijnen? Nee, natuurlijk niet. Als sociale dieren, werkzaam voor een organisatie, hebben we een honk nodig, waar we samen werken, tijdens spontane gesprekken op ideeën komen, waar we elkaar af en toe flink de waarheid zeggen (via een beeldscherm is dat niet zo handig), waar we ervaringen kunnen delen en waar we de bedrijfsidentiteit kunnen voelen.

De uitdaging voor de komende periode ligt in het zoeken naar een nieuwe balans tussen werken op kantoor en thuiswerken. Organisaties met als beleid ‘1 à 2 dagen per week thuiswerken en de rest van de week ben je gewoon op kantoor’, vragen zich op dit moment af of dat niet andersom zou moeten zijn, zodat je standaard 3 of 4 dagen thuis werkt en de rest van de tijd naar kantoor gaat.

Er is geen eenduidig antwoord op die vraag, iedere organisatie zal dat immers voor zichzelf bepalen. Het zal voor een deel afhangen van de manier waarop bedrijven hun werkprocessen gaan (her)inrichten in de komende postcorona tijd. Zeker is ook dat hierbij moet worden gerekend met de meest veilige en prettige manier om terug naar kantoor te gaan. Ten slotte zullen naast het kantoor, ook de thuiswerkplek en de werkplek onderweg in de vergelijking moeten worden meegenomen.

Het is niet alleen boeiend, maar ook noodzakelijk om met verschillende partijen zoals HR, Facility Management, workplacedesigners, de architect en huisvesting een visie te ontwikkelen op werken, samenwerken en sociale uitwisseling, evenals op de manieren waarop de werkomgeving het beste dat kan ondersteunen. Welkom in het nieuwe clubhuis.

________________________________________

Gerard Dessing (hoofdredacteur Facto) en Harm Tilman (hoofdredacteur de Architect)