ARBOFUNCTIONARIS IN CORONATIJD:

Het nieuwe normaal, hoe ziet dat er straks uit?

Wat zijn de ervaringen van arbofunctionarissen met de coronacrisis? Wat komt er op hen af en hoe verandert hun werk? Verhalen uit de frontlinie. Sander Kraaijenbrink over de langetermijneffecten van de coronacrisis op het vakgebied veiligheidskunde.

De impact van de coronacrisis is wereldwijd enorm groot. Vanzelfsprekend geldt dit voor de zorgsector, het onderwijs en de horeca. Maar zeker ook voor het mooie vakgebied veiligheidskunde. Ik ben vooral benieuwd naar wat de langetermijngevolgen zullen zijn. Het nieuwe normaal voorspellen blijkt in ieder geval nog lastiger dan gedacht.

Nieuwe normaal, nieuwe veiligheidsdilemma’s

Sinds decennia denken organisaties na over de juiste omgang met algemene veiligheidsregels. Zoals de maximumsnelheid op het bedrijfsterrein en het verplicht dragen van een veiligheidshelm op de bouwplaats. Door de coronacrisis ontstaan er acuut allerlei nieuwe typen veiligheidskundige vraagstukken. Vraagstukken waar we eerder niet of nauwelijks over nadachten. Een paar voorbeelden:

  • Hoe zijn de (ergonomische) omstandigheden van de werknemers thuis?
  • De BHV, hoe gaan we daar mee om bij een minimale kantoorbezetting?
  • Is het nog steeds veilig (en gezond) om de trapleuning vast te houden?
  • Een bestuurder en een bijrijder die zijn gescheiden door een plexiglaswand, is de verkeersveiligheid dan in het geding?

Creatiever en doortastender zijn

Ineens moeten we als veiligheidskundigen nog creatiever en doortastender zijn. Zowel in het bedenken van oplossingen als bij het zoeken naar de meest toepasbare maatregelen. Daarnaast is zorgvuldig communiceren over de nieuw geldende regels een uitdaging op zich.

Daarbij is het natuurlijk belangrijk om 1) de hele doelgroep te bereiken en 2) dat zo snel mogelijk te doen. De verscheidenheid aan digitale middelen van tegenwoordig leent zich daar goed voor.

Juist nu nóg beter samenwerken

In de praktijk lijken de functies van de kerndeskundigen (de bedrijfsarts, de arbeidshygiënist, de veiligheidskundige en de arbeids- en organisatiedeskundige) soms totaal aparte werelden. Ik denk echter dat de taken en invloedssfeer van de kerndeskundigen door de coronasituatie nog meer met elkaar verweven zijn geraakt. Kennisuitwisseling tussen deze professionals en een bundeling van hun krachten is daarom een absolute must voor een optimale aanpak. Omdat we in het nieuwe normaal echt moeten handelen vanuit een langetermijnperspectief.

Digitale bijeenkomsten en overleggen

Begin juni hadden we met de Young NVVK voor het eerst ooit een digitaal groepsgesprek georganiseerd. Dat had het zeer toepasselijke thema ‘De gevolgen van de coronacrisis voor het vakgebied veiligheidskunde’. Het was een erg leerzame sessie, waarin we in alle openheid knelpunten, ervaringen (zowel positieve als negatieve) en tips met elkaar hebben gedeeld.

Een interessant voordeel van een digitaal rondetafelgesprek is dat iedereen aan bod komt. Daarnaast heeft elke deelnemer ongeveer evenveel spreektijd. Dat geeft gelijke kansen en doet recht aan ieders visie en inbreng. Vergelijk dat maar eens met reguliere bijeenkomsten en vergaderingen. Daarbij heeft degene die het hardst roept meestal het woord.

Met name bij inhoudelijke sessies als rondetafelgesprekken en brainstorms is een digitale bijeenkomst een uitkomst. Maar ik plaats daarbij wel een kanttekening. Door de effectiviteit van een digitale bijeenkomst moeten we in het nieuwe normaal niet het persoonlijke aspect van ‘samenkomsten’ kwijtraken. Want dat is net zo goed van belang. Juist ook bij netwerken en bij informele kennisuitwisseling tussen veiligheidsprofessionals.

De digitale bijeenkomsten zijn dus een mooie aanvulling op, maar geen volledige vervanging van fysieke bijeenkomsten. Zoals de bedrijfsbezoeken die we altijd volgens ‘Young NVVK-traditie’ afsluiten met een gezellige fysieke netwerkborrel.

Nadenken over de bedrijfscontinuïteit

Een ander leerpunt van deze coronacrisis? Dat het nog urgenter is geworden dat organisaties op een proactieve manier stevig nadenken over hun bedrijfscontinuïteit. De belangrijkste centrale vraag daarbij: op welke manieren kunnen we de primaire processen waarborgen? Een bedrijfscontinuïteitsplan, waarin diverse realistische en relevante scenario’s zijn beschreven, is een goede manier. Het scenario ‘uitbraak van biologische agentia’ kan daarin anno 2020 niet meer ontbreken.

Maar voor het voorbestaan van een organisatie is alleen risicomanagement niet genoeg. Want het volstaat niet om alleen de risico’s te inventariseren die de continuïteit van de organisatie bedreigen. We moeten juist ook de kansen per scenario in kaart brengen. Die zijn misschien wel even belangrijk of zelfs belangrijker en maken een organisatie bovendien veerkrachtiger. Een manier om dit te doen is door strategische, tactische en operationele kansen en risico’s in kaart te brengen. En die vervolgens te verbinden binnen de verschillende geldende scenario’s (zie de figuur).

(Weustink, Bedrijfscontinuïteit: de continuïteit van de organisatie veiligstellen, 2018)

Wat zijn de blijvertjes volgens Kraaijenbrink?

Digitale veiligheidsinterventies

Het digitaliseren van veiligheidsinterventies zal denk ik een vlucht nemen. Toolboxen geven kan natuurlijk ook online via bijvoorbeeld Microsoft Teams of Skype. Daarmee blijft op afstand wel de belangrijke interactie met de collega’s behouden.

E-learnings en serious gaming

Daarnaast is er al veel mogelijk op het gebied van e-learnings en serious gaming om de vakbekwaamheid en veiligheidskennis van de medewerkers te vergroten.

(Werkplek)inspecties op afstand

Ook zijn er manieren, zoals met een drone, om (werkplek)inspecties op veilige afstand te doen. Dit nieuwe werken op afstand zal waarschijnlijk steeds normaler en vanzelfsprekender worden.

Verplicht gebruik mondkapjes

Het (verplicht) gebruik maken van mondkapjes op openbare plekken zal volgens mij nog zeker een jaar gebruikelijk zijn. Daarbij is het belangrijk om als samenleving kritisch te blijven op de werking en het juiste gebruik van deze PBM, zodat we geen schijnveiligheid creëren.

Thuiswerken

Verder verwacht ik dat thuiswerken voor veel bedrijven een blijvertje zal zijn. Uiteraard alleen waar dat organisatorisch gezien mogelijk is. Misschien gaan we in het nieuwe normaal in Nederland wel toe naar een ‘3/2-structuur’. Daarin werken mensen met een fulltime baan structureel twee dagen thuis en drie dagen op kantoor. Dit levert niet alleen tijdbesparing op. Maar minder reisbewegingen zijn ook nog eens veel beter voor het milieu en de luchtkwaliteit in Nederland.

Hulde voor ons aanpassingsvermogen

Wat bij mij in het algemeen indruk maakt in deze coronacrisis, is hoe snel wij mensen kunnen (om)schakelen en ons aanpassen aan een (compleet) nieuwe situatie. Mensen zijn in staat om het verschil te maken, juist op de momenten dat het erom gaat!

Sander Kraaijenbrink | Integraal Verbetercoach voor VolkerWessels Telecom en Voorzitter Young NVVK